main | random | psalm | spreuk | populair | help

Psalmen 63
Verlangen naar God
1 Een psalm van David, toen hij in de woestijn van Juda was.
2 O God, U bent mijn God!
U zoek ik vroeg in de morgen;
mijn ziel dorst naar U,
mijn lichaam verlangt naar U
in een land, dor en dorstig, zonder water.
3 Zo heb ik U in het heiligdom aanschouwd,
Uw macht en Uw heerlijkheid gezien.
4 Uw goedertierenheid is immers beter dan het leven;
daarom zullen mijn lippen U prijzen.
5 Zo zal ik U loven in mijn leven,
in Uw Naam zal ik mijn handen opheffen.
6 Mijn ziel zal als met vet en overvloed verzadigd worden;
mijn mond zal roemen met vrolijk zingende lippen.
7 Wanneer ik aan U denk op mijn bed,
over U peins in nachtwaken –
8 voorzeker, U bent een Helper voor mij geweest;
onder de schaduw van Uw vleugels zal ik vrolijk zingen.
9 Mijn ziel klampt zich aan U vast, komt achter U aan,
Uw rechterhand ondersteunt mij.
10 Maar dezen, die mij naar het leven staan om dat te verwoesten,
komen in de laagste plaatsen van de aarde.
11 Men zal hen neer doen storten door het geweld van het zwaard,
zij zullen de vossen ten deel zijn.
12 Maar de koning zal zich in God verblijden;
al wie bij Hem zweert, zal zich beroemen,
want de mond van de leugenaars zal gestopt worden.


Psalmen 64
1 Een psalm van David, voor de koorleider.

main | random | psalm | spreuk | populair | help

Psalmen 64:2
Hoor, o God, mijn stem wanneer ik klaag;
bescherm mijn leven tegen bedreiging door de vijand.


3 Verberg mij voor de heimelijke plannen van de kwaaddoeners,
voor de oproerige menigte van wie onrecht bedrijven.
4 Zij die hun tong scherpen als een zwaard,
een bitter woord aanleggen als hun pijl,
5 om in verborgen plaatsen de oprechte te beschieten;
plotseling schieten zij op hem en zij zijn niet bevreesd.
6 Zij maken zich sterk voor een slechte zaak;
zij spreken af om valstrikken te verbergen,
en zeggen: Wie zal ze zien?
7 Zij zijn op zoek naar allerlei onrecht,
uiterst grondig zijn zij overal naar op zoek,
zelfs naar iemands binnenste en het diepe hart.
8 Maar God zal plotseling met een pijl op hen schieten;
hun wonden zijn er al.
9 Hun eigen tong zal hen laten struikelen;
al wie hen ziet, zal wegvluchten.
10 Alle mensen zullen vrezen,
Gods werk verkondigen
en wat Hij gedaan heeft, opmerken.
11 De rechtvaardige zal zich verblijden in de HEERE
en tot Hem de toevlucht nemen;
alle oprechten van hart zullen zich beroemen.


Psalmen 65
Loflied op Gods goedheid
1 Een psalm van David, een lied, voor de koorleider.
2 De lofzang is in stilte tot U, o God, in Sion;
aan U zal de gelofte nagekomen worden.
3 U hoort het gebed;
tot U zal alle vlees komen.
4 Ongerechtigheden hadden de overhand over mij,
maar onze overtredingen, die verzoent Ú.
5 Welzalig is hij die U verkiest en doet naderen,
die mag wonen in Uw voorhoven;
wij worden verzadigd met het goede van Uw huis,
met het heilige van Uw paleis.
6 Met ontzagwekkende daden antwoordt U ons in gerechtigheid,
o God van ons heil,
o vertrouwen van alle einden der aarde
en van de verre zeeën,
7 Die de bergen vast doet staan door Zijn kracht,
Die omgord is met macht;
8 Die het bruisen van de zeeën stilt,
het bruisen van hun golven
en het rumoer van de volken.
9 Daarom vrezen de bewoners van de einden der aarde voor Uw tekenen;
waar de morgen gloort en de avond daalt, doet U juichen.
10 U zag om naar het land en gaf het overvloed,
U maakt het zeer rijk;
de beek van God is vol water;
U geeft hun koren; ja, zó geeft U het:
11 U doordrenkt zijn omgeploegde aarde,
U doet water in zijn voren dalen,
U doorweekt het met regendruppels,
U zegent zijn gewas.
12 U kroont het jaar van Uw goedheid,
Uw voetstappen druipen van overvloed,
13 zij bedruipen de weiden van de woestijn.
De heuvels omgorden zich met vreugde.
14 De velden zijn bekleed met kudden,
de dalen zijn bedekt met koren;
zij juichen, ook zingen zij.

main | random | psalm | spreuk | populair | help