main | random | psalm | spreuk | populair | help

Psalmen 113
Aansporing om de HEERE te loven
1 Halleluja!
Loof, dienaren van de HEERE,
loof de Naam van de HEERE.
2 De Naam van de HEERE zij geloofd,
van nu aan tot in eeuwigheid.
3 Vanwaar de zon opkomt tot waar hij ondergaat,
zij de Naam van de HEERE geprezen.
4 De HEERE is verheven boven alle heidenvolken,
boven de hemel is Zijn heerlijkheid.
5 Wie is als de HEERE, onze God?
Die zeer hoog woont,
6 Die zeer laag ziet,
in de hemel en op de aarde;
7 Die de geringe opricht uit het stof,
de arme verheft uit het vuil,
8 om hem te doen zitten bij edelen,
bij de edelen van Zijn volk;
9 Die de onvruchtbare doet wonen in haar gezin:
een blijde moeder van kinderen.
Halleluja!


Psalmen 114
1 Toen Israël uit Egypte trok,
het huis van Jakob uit een volk met een vreemde taal,
2 werd Juda Zijn heiligdom,
Israël Zijn koninklijk bezit.
3 De zee zag het en vluchtte,
de Jordaan deinsde achteruit,
4 de bergen sprongen op als rammen,
de heuvels als lammeren.
5 Wat was er, zee, dat u vluchtte,
Jordaan, dat u achteruit deinsde?

main | random | psalm | spreuk | populair | help

Psalmen 114:6
Wat was er, bergen, dat u opsprong als rammen,
en u, heuvels, als lammeren?


7 Beef, aarde, voor het aangezicht van de Heere,
voor het aangezicht van de God van Jakob,
8 Die de rots veranderde in een waterplas,
hard gesteente in een waterbron.


Psalmen 115
De heerlijkheid van de HEERE
1 Niet ons, HEERE, niet ons,
maar geef Uw Naam eer,
om Uw goedertierenheid, om Uw trouw.
2 Waarom zouden de heidenvolken zeggen:
Waar is toch hun God?
3 Onze God is immers in de hemel,
Hij doet al wat Hem behaagt.
4 Hun afgoden zijn zilver en goud,
het werk van mensenhanden:
5 zij hebben een mond, maar spreken niet;
zij hebben ogen, maar zien niet;
6 zij hebben oren, maar horen niet;
zij hebben een neus, maar ruiken niet;
7 hun handen, die tasten niet;
hun voeten, die gaan niet;
er komt geen geluid uit hun keel.
8 Laat wie ze maken hun gelijk worden,
al wie op hen vertrouwt.
9 Israël, vertrouw op de HEERE,
Hij is hun hulp en hun schild.
10 Huis van Aäron, vertrouw op de HEERE,
Hij is hun hulp en hun schild.
11 U die de HEERE vreest, vertrouw op de HEERE,
Hij is hun hulp en hun schild.
12 De HEERE heeft aan ons gedacht: Hij zal zegenen,
Hij zal het huis van Israël zegenen,
Hij zal het huis van Aäron zegenen.
13 Hij zal zegenen wie de HEERE vrezen,
de kleinen met de groten.
14 De HEERE zal u meer en meer zegenen,
u en uw kinderen.
15 U bent gezegend door de HEERE,
Die hemel en aarde gemaakt heeft.
16 De hemel, de hemel is van de HEERE,
maar de aarde heeft Hij aan de mensenkinderen gegeven.
17 De doden zullen de HEERE niet prijzen,
evenmin al wie in de stilte neergedaald zijn.
18 Maar wíj zullen de HEERE loven,
van nu aan tot in eeuwigheid.
Halleluja!

main | random | psalm | spreuk | populair | help